Sommige telers telen chrysanten op water
Condenswater
Het water dat de tuinder gebruikt om op te telen, is meestal regenwater. Dat wordt opgevangen in een bassin en ontsmet. Maar het kan ook anders. Bij een tomatenteler in Berkel en Rodenrijs bijvoorbeeld is de watervoorziening in de kas heel slim anders geregeld. Het is een proef. Langs de ramen in de kas lopen gootjes waarin het condenswater wordt opgevangen en hergebruikt als gietwater voor de planten, nadat er voedingsstoffen aan toe zijn gevoegd. Condens is vocht dat in warme lucht zit en als druppels water 'neerslaat' op een kouder oppervlak. De condens ontstaat bijvoorbeeld als het warm is in de kas en planten water verdampen om zich te koelen. Daardoor komt er heel veel vocht in de lucht. In de kas in Berkel en Rodenrijs is om één kilo tomaten te kweken maar twee liter water nodig. In een gewone kas is dat twintig liter. Dat is een flinke waterbesparing. Met zo'n gesloten kas zou je dus heel goed voedsel kunnen kweken in de woestijn.
Verwarming
De tuinder gebruikt water ook om zijn kas te verwarmen. Dat water is dan vaak opgewarmd met behulp van bijvoorbeeld een warmtekrachtkoppelinginstallatie (een 'WKK'). Die gebruikt aardgas om stroom op te wekken. Met de warmte die daarbij vrijkomt, wordt water verwarmd om de kas te verwarmen. Via de warmwaterbuizen verspreidt de warmte zich door de hele kas. Met die WKK's produceert de glastuinbouw tien procent van alle stroom die in Nederland wordt geproduceerd. Wat de tuinder over heeft aan stroom of aan warmte levert hij aan een collega-tuinder, aan het openbaar stroomnet of aan een woonwijk. De kas is de zonneboiler en elektriciteitscentrale van de hele buurt. Sommige tuinders gebruiken warm water uit de bodem om hun kas te verwarmen. Dit water is opgewarmd door de warmte van de aarde. Het water wordt via een lange pijp opgepompt uit de bodem. Zo wordt ook koud water teruggepompt om het door de aarde te laten verwarmen. Maar ook met water dat door de zon is opgewarmd, kan de tuinder zijn kas verwarmen. Zo zijn er ook tuinders die de overtollige warmte van fabrieken en elektriciteitscentrales gebruiken in hun kas. Bij elektriciteitsopwekking in de centrales komt veel warmte vrij. De centrales gebruiken water om hun machines te koelen. Tuinders met een kas zijn blij met die restwarmte. Voor de elektriciteitscentrale is het 'afvalwarmte'. Die krijgt zo een nuttige bestemming. Anders zou de elektriciteitscentrale dat koelwater lozen in een rivier, kanaal of meer.